Verhalen van bezoekers (pagina 1)

Deze pagina is bedoeld voor ervaringen van lezers. Hier kunnen jullie je eigen verhaal laten plaatsen, en dat kan van alles zijn. Het kan een leuk vakantieverhaal zijn, een reisverslag, een mooie ervaring die je met jouw bus hebt gehad enzovoort. Stuur jouw eigen verhaal in naar en het wordt gepubliceerd op deze pagina.

Dagboek van een busprutser.

auteur: Hielke

Een mooie vrije zaterdag, het zonnetje schijnt, de vogeltjes fluiten…je wordt wakker, springt uit je bed en denkt”Wat zal ik vandaag eens gaan doen…..ah de motor- en versnellingsbakolie van m’n busje verversen!” Zo gezegd zo gediggiedaan (<-- van die Tilburgse rapper, je weet toggg). Oude kleren aan, broodje in je mik, de oprit vorderen, spullen pakken en weldra sta je omringd door ouwe kranten, een paar liter oliefetisjist-waardige Kroon Oil Emperol 10w40 en gewapend met gereedschapskist en opvangbak gretig naar het opgekrikte achterste van je bus te kijken. Ah, een mooie M14-bout midden op de boxer. Ratel erop en....goh die bout komt er een beetje moeilijk uit. Het zal wel. Netjes de lauwwarme olie eruit laten lopen en hop de plug er weer in. Tenminste, hij wil er wel in, maar niet vastdraaien. De oorzaak is snel vastgesteldde vorige &^#$# prutser heeft de olieplug veel te strak in het zachte aluminium carter gedraaid en nu kan je de schroefdraad er zo uit peuteren. Ok, wat nu? Ervaring leert een groot gat kleiner maken is over het algemeen wat lastiger dan een klein gat groter maken. Al krabbend aan je achterhoofd pak je je mobiel en draait 0900-SYNCROKAPOET. René neemt op en zet vervolgens geduldig de mogelijkheden op een rijeen nieuw carter bij Volkswagen (fijn), een ‘helicoil’ (tot vandaag ook nooit van gehoord, maar schijnt ook te worden gebruikt om lamgedraaide bougies weer te kunnen monteren) of het gat optappen naar M16 en een overmaatse plug monteren. Nuchter merkt hij nog op dat dit soort dingen voor een beetje syncronaut dagelijkse kost zijn en dat ik me niet zo druk moet maken. Tot zover René (bedankt!). De M16-tap blijkt toch niet voor te komen in de gereedschapskist. Moeder de vrouw bemoeit zich er ook mee en herinnert zich opeens een ex-overbuurman die dit probleem kan aanpakken (de eigenaar van deze site --> http://www.stationairemotoren.com).

Je springt met sleutelmaat en plug in de backup-auto (de echte doehetzelver ken nie zonder) en rijdt terstond naar buurmans toe. Deze is gelukkig bereid het M16-gat te tappen en biedt ook nog eens aan een bijpassende plug op maat te draaien. Ook kan je een kettingsleutel lenen om het oliefilter (dat zowiezo al muurvast zat) los te krijgen. Na een paar keer heen en weer rijden tussen bus en ex-buurmans huis en ondertussen als wederdienst zijn computer van virussen en spyware ontdoen is de crisis bezworen. In het eens zo verprutste gat prijkt nu een custom-made messing olie-aftappplug. Het is inmiddels al wat later in de middag als je de verse olie erin giet en even start om te kijken of het allemaal lekvrij is. De blijheid van de spreekwoordelijke hond met 7 l*llen komt in je op als het olielampje uitgaat en de boxer weet netjes roffelt, maar je weet dat wie A zegt ook moet B zeggen. Dus de versnellingsbak moet er ook aan geloven. Je komt er achter dat de aftapplug van de versnellingsbak bij een syncro NET verscholen zit achter die prachtige maar o zo onhandige beschermbeugels. Maar hee..6 bouten gaan je nu echt niet meer tegenhouden, dus even later kegelt het frame onder de bus vandaan. Net als je kracht wil zetten op de aftapplug word je geroepen voor het eten. Ok…dit moet gaan lukken.

Een tijdje later lig je weer onder de bus en je volgevreten buik is het stiekem helemaal niet eens met de penetrante lucht van versnellingsbakolie (kattenpis meets smeerput, maal twee). Met het uitstromen van de olie komen er ook een paar mayonaise-achtige klodders mee….dus het was waarschijnlijk wel een goed idee om te verversen. Je bekijkt de plug aandachtig en maakt zelfs nog wat prraaachtige macrofoto’s van het ijzerslijpsel dat aan de magneet is blijven hangen. De bus moet even van z’n assteunen af om zoveel mogelijk olie uit de bak te laten lopen, en dan weer opgekrikt om er weer bij te kunnen. Dit wordt routine. Aftapplug erin, bijvulplug eruit (god wat lopen die waterbuizen daar onhandig…en wie komt er op het idee om de bijvulplug NAAST de schakelstang te plaatsen?) en een slangetje pakken om de olie bij te vullen. Tergend langzaam kruipen de 3 liters en nogwat verse olie de bak in. Plug schoonmaken, beetje loctite erop en dat is dat.

Inmiddels ben je zo knetterstoned geworden van de oliedampen dat het tijd is voor een pauze en een telefoontje (ook weer over bussen) dat je nog moest plegen. Het misselijke gevoel zakt enigszins maar de tijd dringt. In een wanhoopspoging probeer je in je eentje (je sleutelmaat is na de olieplug-affaire afgehaakt om bezoek te ontvangen..gelijk heeftie) de beschermbeugel te monteren. Gehaast en nog steeds redelijk bedwelmd van de oliedampen gaat dit natuurlijk voor geen meter, en het schemert al als pa (a.k.a. de sleutelmaat) subtiel opmerkt dat het ‘mis-schien verstandig is om er mee te stoppen’. Je prutst snel even met een ijzerdraad het half los bengelende frame onder de bus en ruimt de rommel op. Zo resumerend stel je voor jezelf vast dat je met tussenpauzes meegeteld een uur of 12 bezig bent geweest, en dat de score luidt1 maal verse motorolie, 1 maal verse versnellingsbakolie, een half bengelende beschermbeugel en een BOEL vieze kranten.

Wil je ook maar enigszins de kans lopen dat je dag er ooit zo uitziet? Ga T3 rijden.

Was getekend,
Een busprutser
Hielke Huijbers

Mijn “Hoogvlietje”

auteur: Aad Kortman († 6 augustus 2009)

Uiteraard had ik al geruime tijd een camper willen hebben maar kwam er niet toe. Totdat ik op marktsite terecht kwam en een groot aantal VW bussen tegen kwam.
Ik weet nog uit mijn tijd als leerling automonteur dat ik nog wel eens een VW op weg heb geholpen. Je leerde op school hoe een boxer en een lijnmotor in elkaar zat Later heb ik bij verschillende bedrijven T1, T2 en T3 gereden.
Toen ik mijn huidige T3 tegenkwam hoorde ik het vertrouwde geluid van een luchtgekoelde boxer. Ik wist niet eens dat het ging om een 2LCU met elektronische ontsteking. Ik had daarvoor zeker 18 jaar niet meer in een VW bus gereden.
Toen ik in mijn huidige bus plaats nam leek het wel of ik terug ging in de tijd. De student lulde de sterren van de hemel om mij die bus aan te prijzen. De bus zag er verwaarloosd uit. We spraken een prijs af en hij ging akkoord.
In mijn bedrijfsruimte in Hoogvliet aangekomen heb ik de bus op zijn gebreken gecontroleerd en dat waren er niet al te weinig. Er moest nogal wat aan gelast worden. Iets wat ik zeker 15 jaar niet meer had gedaan. Ik heb een MAG lasapparaat gekocht en weer opnieuw leren lassen. Ik kreeg bij de aankoop een oude schuifdeur erbij cadeau en daarmee heb ik de stukken eruit geslepen en pasbaar gemaakt voor de bus.
Eindelijk was de bus klaar. Na een paar honderd kilometer begaf de versnellingsbak het. Een andere gehaald en met veel gegodver op zijn plaats gezet. Ook was de nippel van de koppelingscilinder eraf gedraaid. Van de andere versnellingsbak de cilinder eraf gehaald en daar kreeg ik met veel pijn en moeite de afgebroken nippel er wel uit. Eindelijk reed de auto weer.
Hij zuipt meer dan zijn baas, 1:7, en dat met de huidige benzineprijs van 1,28 euro. Ik heb er samen met mijn vrouw inmiddels vele km mee gecamperd. Mijn vrouw heeft hem “hoogvlietje”genoemd omdat hij daar is gerenoveerd.
Nu heb ik er sinds kort er een doka bij. Een 1740 diesel T3. Een hele stoere boerenkar. Ook die wil ik opknappen. Hij rijdt tamelijk goed en verbruikt slechts 1:15. Van mijn vrouw mag ik ze niet verkopen. Het zijn haar “prutteltjes” zoals ze de auto’s liefkozend noemt.

De Krachttoer

auteur: Gert

De huidige eigenaar van die rode T3 in mijn straat vertelde mij ooit eens een mooi verhaaltje die het doorzettingsvermogen van het zwakste dieseltje -1.6l- bewees…
Zoals geweten is die bus een echte werkpaard, jaar in, jaar uit afgejakkerd door alle mogelijke omstandigheden. Hij is al twintig jaartjes oud, en nog is hij nog niet op pensioen!
Jarenlang gereedschap en karren vol puin en zand moeten aan- en afvoeren plus nog eens twee man, je zou denken dat die bus er gauw het loodje bij zou neerleggen… Maar neen hoor ,hij moest en zou volhouden, ook al staat hij bekend als de rammelkar en zegt men dat alle paarden die de motor nog bezit – al de rest is dood – stokoud zijn.
Op een dag in 2003 moesten de werkmannen voor een klusje in Leuven zijn, Leuven is een stad bekend om zijn steile heuvels. Ze kwamen daar aan een van de allersteilste heuvels, de Boelenberg geheten, met een stijging van maar liefst 15 à 20%, precies weet ik het niet, ’t is wel behoorlijk steil. De passagier kreeg schrik dat de bus zou stilvallen, ontploffen of dat hij zou moeten duwen. Maar de eigenaar had het volste vertrouwen in zijn trouwe makker en stuurde hem vastberaden richting de heuvel. Daar aangekomen begon de T3 kreunend aan zijn beklimming, na ettelijke minuten bereikte hij glorieus de top terwijl hij een aanhangwagen vol zand, een laadbak vol gereedschap en twee volwassen personen meesleurde. De beklimming ging wel erg moeizaam en traag maar toch hield de ouwe knakker het, met de zwakste motor van de reeks, vol!
Een maandje voordien had ik de kans om eens mee te rijden met “dat rood buske”. Het begon al met de gordel die maar moeizaam zijn rustpositie wou opgeven wat mij extra lichaamsbeweging opleverde… Dan startte de eigenaar de bus en… Het was echt een aparte belevenis zoals dat motortje zijn werk ter harte neemt, en de bus kreunend naar voor stuwt terwijl het gereedschap achterin rammelt.
Het was een kort maar plezant ritje en het heeft me finaal overtuigd van de sterkte van het ontwerp en het gebruiksgemak welke erg groot was in zijn glorieuze tijd.